Hoe kun je al die unieke individuen in één sleutelwoord vangen? Hoe kun je één vast patroon ontdekken in al hun handelen, ondanks hun unieke aanleg en ondanks de unieke ervaringen, die ieder van hen in het verleden heeft gehad? Hoe kun je iets zeggen over hun toekomst, over hun toekomstige gezondheid, over hun toekomstig gedrag? Hoe kunnen ze hun vrijheid en onafhankelijkheid handhaven? Hoe kunnen ze gezond blijven naar lichaam en naar geest? Een antwoord op die vragen, wil ik in dit boek geven.

Twintig dagen heb ik en er zijn er al twee om zonder dat ik iets gedaan heb, omdat ik op de valreep nog de Nederlandse griep heb meegenomen. Een eenvoudige verkoudheid, maar toch zo ingrijpend, dat het je denken versuft, dat je hoofd dicht zit en dat je bewegingen pijn doen. Het geeft beperkingen. Beperkingen in je lijf en ook in je geest, een gevoel van onvrijheid, want je bent afhankelijk van je lijf. Het leidt geen twijfel dat ik deze griep aan mezelf te danken heb. Ik heb me kwetsbaar gemaakt, de afgelopen weken. Ik heb deze reis moeten voorbereiden, extra patiënten zien omdat ik de praktijk drie weken ging sluiten, en ik heb een hoop spanning gemaakt in mijn lichaam met het oog op de prestatie, die ikhier moet verrichten. Ondanks de vele jaren waarin ik aan veel mensen heb uitgelegd hoe de unieke basis in de mens ligt, hoe je optimaal kunt functioneren, ben ik nu wat zenuwachtig.

Nu moet ik een taal maken die verstaanbaar is voor vele unieke mensen tegelijk.  Nu moet ik praten tegen mensen, die liefst alles wat nieuw is wegdrukken uit hun geest, uit angst voor zichzelf.

Nieuwe gedachten hebben tot gevolg dat mensen weer moeten gaan bewegen, terwijl zoveel mensen star willen zijn, zich star gemaakt hebben uit angst voor hun eigen vrije wil en vrije keus. Toch weet iedereen dat starheid juist scheuren maakt in muren.

Altijd moet er beweeglijkheid zijn. In elk bouwsel moet veerkracht zitten, anders kan het breken. Iedereen kent ‘de wet van de veerkracht:  de mast van een zeilschip, beweegt en breekt juist daarom niet; en ook een elastiek waar veerkracht in zit, breekt minder snel dan een star verdroogd elastiekje. Het buigzame riet komt na de storm weer over­ eind, terwijl de sterke boom geveld blijft liggen, geknakt. Iedereen weet het. Het is een wet die ook voor de menselijke geest opgaat. Er moet veerkracht in zitten. Die veerkracht mis ik zo vaak bij mensen in onze westerse maatschappij. Zo vaak laten mensen zich door de maatschappij verstarren, door regels, wetten, verwachtingspatronen van anderen.