Stem en Lichaam
‘Zingen is topsport en behoeft dan ook medische diagnostische en therapeutische begeleiding van lichaam en geest’. Met deze stelling eindigt dit boek dat een verslag is van een onderzoek naar de opbouw van lichaam en geest ten behoeve van de vocale expressie, en de objectieve metingen daarvan; een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Het onderzoek gaat uit van de kennis van de manuele geneeskunde en de spierreflexen.
De invloed van binnenuit op een aantal anatomische structuren zijn onderzocht, waarbij belangwekkende resultaten zijn geboekt. De algemene conclusie is dat de beschreven benadering en therapie bij alle zangopleidingen zou moeten worden toegepast. De technieken zijn echter ook voor andere beroepsgroepen bruikbaar, waardoor dit boek een ruimer perspectief krijgt dan de titel zou doen vermoeden.
‘Stem en lichaam’ is vooral bestemd voor zangers en zangpedagogen, voor artsen die geïnteresseerd zijn in manuele therapie en voor fysiotherapeuten.
Inkijk in het boek
Inleiding
Zingen is een vorm van lichamelijke expressie waarbij de houding van het lichaam zo vrij mogelijk moet zijn. Dat de houding van het lichaam invloed heeft op de stembanden is eenvoudig te testen door bijvoorbeeld afwisselend op de tenen of op de hakken te gaan staan en een bepaalde toon voort te brengen. Men zal dan een toonverandering opmerken. Indien de houdingsreflexen echter juist aanwezig zijn. mag een houdingsverandering niet automatisch tot gevolg hebben dat de stemkwaliteit verandert.
Om een onderzoek te doen naar de wetenschappelijke opbouw van lichaam en geest ten behoeve van de vocale expressie, ging ik uit van de kennis van de manuele geneeskunde en van de spierreflexen. De manuele geneeskunde houdt in: de behandeling van afwijkingen in de stand van wervels en gewrichten en het functioneel maken van de gewrichtsbewegingen. Onder spierreflexen wordt verstaan de onderlinge verhouding tussen samentrekkende spieren en verslappende spieren. Het doel was om door middel van deze kennis het functioneren van de stembanden te beïnvloeden.
De problemen bij het onderzoek waren niet zozeer de zang-technische aspecten van stembanden, neusholte, diafragma, tong of keelholte. Deze zijn in de zangwereld genoegzaam bekend en bovendien ben ik niet competent om daar een oordeel over uit te spreken. Het doel was echter om de invloeden van binnenuit op deze anatomische structuren nader te onderzoeken.
Het onderzoek werd gedaan te Antwerpen onder een groep zangers en zangeressen, respectievelijk leerlingen van het conservatorium en pedagogen. Deze groep zegde hun medewerking gedurende twee jaar toe, zodat de continuïteit van het onderzoek gewaarborgd werd. De stembegeleiding en het sonografisch onderzoek van de stem waren in handen van zangpedagoge Lucie Frateur.
In oktober 1978 startte het project. Aanvankelijk werd er één dag per week aan besteed. Dit hield in het vastleggen van het lichamelijk onderzoek en ook de opbouw van de houding van de zangeres. Medio 1980 werd de frequentie éémaal in de veertien dagen en werd, na de algemene opbouw, een meer individueel gerichte behandeling ten aanzien van de specifieke houding van de zanger/es gegeven. De resultaten werden vastgelegd. Ter afronding werden de voorgaande houdingscorrecties geïntegreerd tijdens de zangles en het zingen. Het project liep tot januari 1981.